De Schuilenburg

Op deze pagina vindt u informatie over de Schuilenburg.

Ligging De Schuilenburg ligt bij Hellendoorn.
Ontstaan Het huis is in 1125 voor het eerst genoemd.
Geschiedenis Alhoewel in de datavermelding in 1125 duidelijk sprake is van het kasteel Schuilenburg, blijft toch de vraag steeds opspelen of dit kasteel wel hier gestaan heeft?

Redenen waarom het Schuilenburg van 1125 hier lag.

De Keizer had Schuilenburg in handen en Lotharius kwam om het kasteel te ontzetten en legerde zich op geringen afstand van het kasteel. Lotharius werd gesteund door de bisschop van Munster. Een moeras dat tussen beide kampen lag verhinderde de strijd. Lotharius brak zijn kamp op en viel Deventer aan vanaf de noordzijde. Daardoor verliet de Keizer Schuilenburg en werd het door Lotharius heroverd.

Als de kaart van Nederland wordt bekeken, is het logisch om Deventer vanuit het noorden te benaderen als men van Hellendoorn komt.

In 1227 wordt melding gemaakt van de bouw van een kasteel bij Hardenberg, waarbij de poorten en gebinten van Schuilenburg worden gebruikt. Gezien de afstand lijkt het niet waarschijnlijk dat men de zware poorten zover over de slechte wegen vervoerd heeft. Vanaf ons Schuilenburg kon dat heel goed op boten via de Regge en de Vecht. Het zou zelfs mogelijk kunnen zijn dat de gebinten en poorten gedemonteerd en wel drijvend zijn vervoerd.

In 1257 wordt een Schuilenburg in Salland vermeld als plaats waar graaf Otto van Gelre vrede sloot met de bisschop van Utrecht.

Daarnaast werd de naam van een kasteel meestal gekoppeld aan de eigenaar.
De naam "Ter Molen" wordt pas vele jaren later vermeld dan de eerste vermelding in 1125 van "Schuilenburg". Het is dus ook mogelijk dat de kasteelnaam veranderd is, zoals dat bij Almelo en bij Terborg ook gebeurd is en later bij Ter Molen weer gebeurd. Overigens kan het ook zo zijn dat Almelo, Terborg en Schuilenburg een relatie met elkaar hadden, namelijk dezelfde familie. Hadewich van Almelo (toen eigenaar van "ons" Schuilenburg) was immers volgens de archieven van Rechteren uit 1830 met Zweder van der Sculenborgh getrouwd. Is het onlogisch gedacht als verondersteld wordt dat zij elkaar van Almelo kennen?! Dan hebben alle drie de namen met hetzelfde geslacht te maken!

Op grond van het voorstaande lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het in 1125 vermelde kasteel hier wel gestaan heeft, alhoewel beseft wordt dat dit geen bewijs is.

Uitgaande van de conclusie dat de beschrijving van de belegering in 1125 op dit Schuilenburg van toepassing is, is er sprake geweest van een kasteel, gelegen op een hoogte in het rivierdal, omringd door een nat, drassig gebied en bereikbaar via een voorde. Naar het zich laat aanzien mogelijk omgeven door twee rivierbeddingen, hetgeen de keuze als kasteelplaats zou versterken, waarbij de westelijke arm langs het kasteel liep en de oostelijke veel verder weg. Een enkele kaart geeft dat beeld in ieder geval in een latere periode.

Zoals vermeld is het terrein naar alle waarschijnlijkheid kunstmatig opgehoogd. Dit heeft te maken met de ontwikkelingen in de tijd en de functies van het kasteel of de havezate. De recente op- en uitgravingen bevestigen dit beeld.

Opgravingen
Het kasteel Schuilenburg stond aan de Regge te Hellendoorn richting Marle, het eerste kasteel Ter Molen is totaal verwoest daarna is op de fundering van het kasteel een nieuw - veel kleiner - kasteel herbouwd: Schuilenburg.

In 1998 is het kasteelterrein aangekocht door de gemeente Hellendoorn en opnieuw in ere hersteld, d.w.z. de grachten zijn uitgegraven en het terrein is opnieuw aangelegd, met een brug bij de watermolen, en een boomgaard. In de schuur, omgebouwd tot een eethuis zijn artefacten die in de loop der jaren op het kasteelterrein zijn gevonden, tentoongesteld.

Er zijn veel artefacten gevonden, zoals musket- en kanonskogels, die verwijzen naar een rumoerige tijd in en rondom het kasteel.

Verder is er ook nog een boot gevonden deze is gevonden in de Regge en dateert uit 1850 ( ligt momenteel in het scheepvaartmuseum) .

In Rijssen staat momenteel nog een zonnewijzer afkomstig van het kasteel Schuilenburg, deze is met de afbraak meegenomen. 

Bij de opgraving van 1998 is onder andere ook een windvaan, en een ring gevonden.

Verhalen deden de ronde dat er vroeger een tunnel liep van Schuilenburg naar het kasteeltje Katenhorst, dit is met de opgraving van 1998 niet getraceerd. Ook vertelde men dat er aan de kant van de gracht ten noorden van het kasteel een kist moest liggen met zwaarden, het vreemde hieraan is dat er inderdaad aan die kant een zwaard is gevonden.
Zou het dan ook kunnen zijn dat de tunnels waarover sommige personen  vertelden ,  nog aanwezig  zijn, bij de opgraving is daar  niets van gevonden, wel is het zo dat in een nat jaar op die plek altijd water naar boven komt.

Luchtfoto's tonen aan dat er aan de overkant van Schuilenburg ook nog iets groots heeft gestaan, dit is niet het kasteeltje Katenhorst.

Bewoners Het meest voor de handliggend is dat het de voormalige woning van de commies of rentmeester Baerselman was. Die heeft er in elk geval tot 1703 gewoond. Dit pand stond op de plaats die bij vele havezaten door een bouwhuis werd ingenomen. Met deze term bouwhuis wordt echter geen boerderij bedoeld, maar meer een paarden- en rijtuigenstalling. Tijdens het opmaken van de eerste kadastrale kaarten moet dit huis er nog gestaan hebben, omdat het als bestaand aangegeven wordt. Het geboomte dat er nu staat moet na de afbraak zijn aangeplant, omdat volgens de kadastrale kaart het pand bijna tegen de gracht aan stond. Baerselman, moet in goede doen moet zijn geweest om later een met grachten omringt huis te kunnen laten bouwen.

De locatie van het huis lag tegenover de andere drie gebouwen. De Twentseweg liep hier tussendoor. Dit was dus een goede locatie voor de commies die immers toezicht moest houden op de weg en de tolheffing. Naast de commies woonde ook de rentmeester op Schuilenburg. In latere tijd is bekend dat zij op het 1e bouwhuis hebben gewoond.

De hamvraag bij dit bouwhuis is: waar heeft het gestaan?
In de vormingsgeschiedenis wordt aangenomen dat het gesloopt is vanwege het water. De plaats zou zijn gelegen ten zuiden van het huis van de commies, zoals dat hiervoor beschreven is. Op die plaats is door een wichelroedeloper een fundament aangegeven ter grote van het huidige bouwhuis. Aannemende dat dit klopt, dan hebben de rentmeester en de commies lang naast elkaar gewoond. De beschrijving van de schaapskooi bevestigd de gedachte van deze plaats van het bouwhuis en andersom.

Wanneer het eerste bouwhuis is opgericht is onbekend. Wel is bekend dat het er in 1610 stond, omdat er in dat jaar een kind ten doop wordt gehouden van de gewezen bouwmeester van het bouwhuis, geboren in de schaapskooi.

Het bouwhuis zal met zijn deel (ook wel delle; de inpandige veestalling) naar de weg gestaan hebben, zoals het huidige bouwhuis dat ook doet en dit veel vaker voorkomt bij oude boerderijen, hetgeen voor het gebruik ook het meest logische is. Deze gedachte heeft ook te maken met de vermoedelijke plaats van de schaapskooi.

De term bouwhuis wordt ook gebezigd voor gebouwen op het voorplein van havezaten, waar de paarden en de koetsen gestald werden. Deze waren vaak vrij fors van omvang. Er ligt echter geen realtie met de term bouwhuis zoals die nu voor de boerderij gebezigd wordt. Daar het huidige bouwhuis gebouwd werd ter vervanging van het 1e en het gebouw bij de brug er in 1840 nog stond kan dit dus niet het 1e bouwhuis zijn.

Bij het 1e bouwhuis stond een schaapskooi. Dit blijkt uit de beschrijvingen in het kerkboek. Net als bij het 1e bouwhuis is de vraag: waar? Als uitgangspunt moet de aanname gelden dat het 1e bouwhuis met de deel naar de weg stond, net als in de huidige situatie. Op het erf staat nu nog een schuur, die qua plaats volslagen onlogisch is. Bij geen enkel traditioneel boerenerf komt een schuur op zo'n alleenstaande situatie midden in de wei voor. Als in plaats van deze schuur de schaapskooi in een groter formaat wordt gedacht met daarvoor met de deel naar de schaapkooi gericht het 1e bouwhuis, dan wordt het veel logischer. Laat dan tussen het 1e bouwhuis en de commisenwoning de westelijke molenbeek stromen en het plaatje is compleet. Mogelijk dat de schaapskooi is blijven staan bij de afbraak van het 1e bouwhuis. Als later de schaapskooi is afgebroken en op die plaats uiteindelijk de de huidige schuur is gebouwd, dan is het verhaal weer rond. De zeer oude solitair staande eik zou het zonnescherm voor de boerderij kunnen zijn geweest. De boom lijkt oud genoeg.

Tegenover de plaats waar, zoals hiervoor is vermeld, de commisenwoning wordt verondersteld, stonden drie gebouwtjes op een rij. In 1830 zijn het kennelijk nog maar wat resten, omdat ze met een streeplijntje worden aangegeven. Een bestaand gebouw was aangegeven met een getrokken lijn, of zwart ingekleurd.

Uit de beschikbare gegevens ligt het het meest voor de hand om aan te nemen dat het hier om het betalingskantoor, de kapel en de vicariswoning (vicaris=hulppriester) gaat. Op 5 februari 1435 wordt namelijk in de bij het slot behoren kapel de vicarie gevestigd. Ook wordt vermeld dat de vicaris op of bij het kasteelterrein woonde. De kapel zal ongetwijfeld ook
wel ter beschikking hebben gestaan van passerende kooplieden, dus lijkt het aannemelijk dat die niet in het kasteel was opgenomen.

Bij de recente graafwerkzaamheden voor de aanleg van het huidige situatie is een vloer opgegraven.

Wat de functie van het gebouw geweest is, is onduidelijk, omdat het nergens met zekerheid wordt vermeld. Uit de opgraving bleek dat de vloer was opgebouwd uit oude kloostermoppen gemengd met andere stenen. Een fundering is niet gevonden, dus wordt aangenomen dat de vloer is gelegd in een gebouw met een begrenzing bestaande uit houten spanten en dito betimmering. In de tijd van de hof bij de havezate kan het een prieel of oranjerie zijn geweest. Dit wordt aangenomen, omdat in die omgeving vingerhoeden, een horloge, een ring en een munt zijn gevonden. Op de vloer is een zwaard gevonden. Het is dus aannemelijk dat de edele dames met hun handwerk daar in de tuin zaten, in gezelschap van de heer des huizes. Ook de maten van de vloer wijzen in de richting van een oranjerie. De vloer heeft (hij ligt nog onder het maaiveld) namelijk een afmeting van ongeveer 3 m1 bij 12,5 m1. Een oranjerie was veelal een langwerpig, ondiep gebouw, zodat alle planten voldoende daglicht konden krijgen.

Huidige doeleinden Het huis is ooit verwoest en het oude kasteel staat er niet meer. Op het huidige terrein worden vandaag de dag historische evenementen gehouden: een helletocht, een middeleeuwse avond et cetera. 
WWW: http://www.schuilenburg.nl/
E-mail: info@schuilenburg.nl
Toegankelijk Zie hierboven.
Foto's Foto 1 (gevonden boot)
Foto 2 (zonnewijzer)
Foto 3 (achterkant. 10 november 2001)
Foto 4 (rechterkant. 10 november 2001)
Foto 5 (overzicht. 10 november 2001)
Tekening 1 (voorkant, pentekening van C. Pronk, 1733)
Tekening 2 (voorkant)
Tekening 3 (voormalige kasteel Ter Molen)
Tekening 4 (van bovenaf, door Bijlandt, 1841)
Tekening 5 (plattegrond, 1830)
Tekening 6 (plattegrond, 2001)
Tekening 7 (plattegrond, 2001)
Tekening 8
(digitale reconstructie, 2001)
Bronnen Tekst: Cees Ortelee, http://www.schuilenburg.nl/ en http://home.wxs.nl/~verma015/
Foto's 1 en 2: http://home.wxs.nl/~verma015/
Foto's 3, 4 en 5: Albert Speelman
Tekeningen 1 en 4 t/m 8: Cees Ortelee, http://www.schuilenburg.nl/
Tekeningen 2 en 3: http://home.wxs.nl/~verma015/

Zie ook http://kastelen.startpagina.nl!