Nijerwal

Op deze pagina vindt u informatie over Nijerwal.

Ligging Eén van de vele stadshavesathen in Vollenhove.
Ontstaan Rond 1650 werd de havesate al genoemd.
Geschiedenis

Voor Nijerwal zaten in de ridderschap (paginanrs. uit Van Doorninck, Geslachtkundige aantekeningen):
64  4 sep 1612, Rudolf Sloet
94   [1627-1628], Arend Sloet (Roelofsz.)
202  16 mrt 1680, Reint de Vos van Steenwijk
257  20 mrt 1710, Johan Arend de Vos van Steenwijk
318  11 apr 1738, Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk
373  2 apr 1770, Jan Arend de Vos van Steenwijk

Bewoners Nijerwal heeft gelegen in de Groenestraat aan de kant van het landgoed Oldruitenborgh. De nu nog bestaande panden aan die kant hebben ooit  als bouwhuis deel uitgemaakt van het complex. Aan de achterzijde daarvan is een gevelsteen met het jaartal 1739. 

De naam refereert waarschijnlijk aan de stadswal die rond 1650, toen de naam werd bedacht, achter het goed opnieuw was opgeworpen. De havezate zelf is al veel ouder en lag al bij het graven van de  stadsgracht bij de eerste omgrachting die rond het jaar 1425 plaatsvond.

Rudolf Sloet, zoon van Arend Sloet tot Tweenijenhuizen, werd van deze havezate verschreven in 1612. Op 8 februari 1611 schrijft hij een brief naar de stad Kampen, waarbij hij, onder opgave van gepresteerde diensten aan het vaderland, steun vraagt voor zijn sollicitatie naar het vacante drostambt van Vollenhove.

Zijn zoon Arend werd ook van Nijerwal verschreven. Hij werd in 1612 broeder van het St. Anthoniegilde te Vollenhove. 
De naam Nijerwal komt voor het eerst voor in een akte van 17 maart 1649, toen Arend Sloet, die reeds in 1627 als lid van de Overijsselse Ridderschap was toegelaten, bij testament aan zijn dochter Allegonda het 'adelicke huis ende havesathe ter Nierwall' toebedeelde. 
Bernart Vollenhove dichtte op zijn uitvaart: "hier rust des Drossaart's stijl, die vier paar jaar bestede / Te zorgen nimmer moe voor Ridderschap en Stede / Hij wier met d'avontzon in 't moortjaar afgemeit / sijn ziel omhelst het licht, sijn naam d'onsterflijkheit. Anders - Sloot, die de vrijheit minde, is met het hemelwonder/ gedaalt op vrijdagh, en op donderdagh hieronder."
Met moordjaar kan bedoeld zijn 1656, althans toen voerden wij oorlog met Denemarken tegen Zweden. 

Nijerwal bleef in het geslacht Sloet. Arends dochter Margriet huwt ten tweede Reint de Vos van Steenwijk tot de Havixhorst, een havezate bij de Wijk, waardoor Nijerwal in zijn bezit komt. Hij wordt ervan verschreven in 1680.
Leden van het geslacht de Vos van Steenwijk werden vervolgens van Nijerwal verschreven, zoals Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk tot Nijerwal die drost van Vollenhove was van 1751-1779. Reint Hendrik Baron de Vos van Steenwijk verkocht Nijerwal tenslotte aan A. Baron Sloet van Oldruitenborgh bij onderhandse acte van 7 september 1800, ingeschreven 29 april 1805. 

Deze Sloet was bezig om zijn landgoed uit te breiden tot een respectabel geheel. De onderhandse acte vermeldt dat huize Nijerwal gekocht werd met hof en bouwhuizen en dat gedeelte van de Wheme of Pastorie, door de vader van de verkoper aangekocht onder voorwaarde, dat de pacht van Teunis Beld, zullende verschijnen Petri 1802, ten voordele van de koper zal zijn en dat Harmen van Smirren in het huis tot mei 1801 zal blijven wonen. Verder dat de lasten over 1800 door de verkoper gezuiverd zullen worden en daarvoor de pacht van Teunis Beld genieten, verschijnende Petri 1801 (archief Oldruitenborgh).

Huidige doeleinden Nijerwal bestond nog in 1846 maar is niet lang daarna afgebroken.
Toegankelijk -
Foto's  
Bronnen Tekst: Henk van Heerde en mr. Caspar van Heel, provinciaal archiefinspecteur.

Zie ook http://kastelen.startpagina.nl!